Bestudeer hoofdstuk 16 van je studieboek
In een verkoopproces spelen de verkoper, de magazijnmedewerker en de debiteurenbeheerder een rol. Qua systemen zien we een verkoopadministratie, de voorraadadministratie en de debiteurenadministratie.
Vragen:
Stel de autorisatietabel op voor dit verkoopproces, en leg elke autorisatie uit.
Verkoopadm. Voorraadadm. Debiteurenadm.
Verkoper M R R
Magazijnmdw’er R M -
Debiteurenbeheerder R R M
De verkoper mag de verkoopadministratie muteren om de verkooporder in te kunnen voeren. Hij moet de voorraad in kunnen zien om de klant te kunnen informeren over de leverbaarheid. Tevens moet hij kunnen nagaan of de klant geen betalingsachterstanden heeft.
De magazijnmedewerker moet de voorraadadministratie kunnen muteren om goederen ontvangsten en afgiften te kunnen registeren. Hij moet de verkoopadministratie kunnen raadplegen om te zien of goederen afgeleverd moeten worden (opdracht van de verkoper, de beschikkende functionaris aan de bewarende functionaris). Hij heeft geen inzage nodig in de debiteurenadministratie: die check heeft de verkoper al gedaan.
De debiteurenbeheerder moet de facturen en de ontvangen gelden in kunnen voeren in de debiteurenadministratie. Hij moet als een klant reclameert over zijn factuur de order in kunnen zien in het verkoopsysteem en in de voorraadadministratie kunnen kijken om de levering te checken.
Stel dat de verkoop dermate risicovol wordt ingeschat door de controller dat een extra taak wordt ingevoerd, te weten het autoriseren van de verkooporder door het hoofd Verkoop: wat verandert er dan in de autorisatietabel.
Hoofd Verkoop A R R