Meerkeuzevragen

Hoofdstuk 14

 

Heb je alle voorbereidingsopdrachten gemaakt en heb je de colleges gehad? Test dan nu middels de meerkeuzevragen of je de basisbegrippen hebt begrepen.

Vraag 1

Wat is juist? Interne beheersingsmaatregelen...

…zijn bedoeld om de activiteiten te laten afwijken van het plan.

…zijn maatregelen die alleen achteraf kunnen plaatsvinden en niet vooraf.

…zijn maatregelen die alleen vooraf kunnen plaatsvinden en niet achteraf.

…zijn gericht op het beheersen van risico op fouten.

Antwoord indienen
Vraag 2

De achterliggende gedachte achter functiescheiding is:

Functies vereisen verschillende kennis.

Tegengestelde belangen tussen functionarissen.

Functies worden op verschillende afdelingen vervuld.

Functies vereisen verschillende vaardigheden.

Antwoord indienen
Vraag 3

Welke combinatie hoort in het volgende rijtje niet thuis?

Beschikkend en bewarend

Bewarend en registrerend

Registrerend en beschikkend

Controlerend en registrerend

Antwoord indienen
Vraag 4

Wat is juist? Functiescheiding…

… is gericht op de primaire processen terwijl functievermenging gericht is op de secundaire processen.

… wil zeggen dat altijd autorisatie nodig is om activiteiten te mogen uitvoeren.

… zorgt ervoor dat één functionaris niet meerdere soorten functies met betrekking tot dezelfde transactie uitvoert.

Geen van bovenstaande.

Antwoord indienen
Vraag 5

De magazijnmanager is:

Beschikkend

Registrerend

Controlerend

Uitvoerend

Bewarend

Antwoord indienen
Vraag 6

De stelling “Er is een hard verband tussen verbruikte grondstoffen en eindproduct” geldt voor:

Handel

Productie

Dienstverlening

Non-profit

Antwoord indienen
Vraag 7

Een groenteboer gaat zijn voorraad 1x per jaar inventariseren. Dit is een preventieve beheersingsmaatregel.

Juist

Onjuist

Antwoord indienen
Vraag 8

Welke term hoort in het rijtje met betrekking tot autorisaties niet thuis?

Raadplegen

Muteren

Controleren

Accorderen

Antwoord indienen
Vraag 9

De volgende zin is een goed voorbeeld van een werkinstructies. “Het is belangrijk dat de verkoopregistraties goed vastgelegd worden”.

Juist

Onjuist

Antwoord indienen
Vraag 10

Vanuit de AO is een voorbeeld van een richtlijn: een verkoopmedewerker van de Mediamarkt krijgt een maximaal te verstrekken kortingspercentage mee.

Juist

Onjuist

Antwoord indienen
Vraag 11

Vanuit de AO is een voorbeeld van een richtlijn: een verkoopmedewerker van de Mediamarkt krijgt mee hoe de winkel er netjes en verzorgd uitziet.

Juist

Onjuist

Antwoord indienen
Vraag 12

Het vier-ogenprincipe is een preventieve maatregel die elke organisatie zou moeten instellen.

Juist

Onjuist

Antwoord indienen
Vraag 13

De volgende begrippen worden wel gebruikt als het om beheersmaatregelen gaat:
Interne Controle, Internal Control, Internal Audit en Interne Beheersing.

Welke bewering is waar?

A.      Internal control is hetzelfde als Interne beheersing

A.      Internal audit is hetzelfde als Internal control

A.      Interne controle is hetzelfde als Internal control

A.      Interne beheersing is hetzelfde als Internal audit

Antwoord indienen
Vraag 14

Soft controles ondersteunen de:

A.      Opzet van de AO

A.      Het bestaan van de AO

A.      De werking van de AO

Antwoord indienen
Vraag 15

Inkopen is een:

A.      Beschikkende functie

A.      Bewarende functie

A.      Uitvoerende functie

A.      Registrerende functie

A.      Controlerende functie

Antwoord indienen
Vraag 16

De planner in zorginstelling die zorgt dat elke medewerker weet welke dienst hij/zij moet draaien heeft een:

A.      Beschikkende functie

A.      Bewarende functie

A.      Uitvoerende functie

A.      Registrerende functie

A.      Controlerende functie

Antwoord indienen
Vraag 17

De salarisadministrateur heeft een:

A.      Beschikkende functie

A.      Bewarende functie

A.      Uitvoerende functie

A.      Registrerende functie

A.      Controlerende functie

Antwoord indienen
Vraag 18

De financieel administrateur heeft een:

A.      Beschikkende functie

A.      Bewarende functie

A.      Uitvoerende functie

A.      Registrerende functie

A.      Controlerende functie

Antwoord indienen
Vraag 19

De Controller heeft een:

A.      Beschikkende functie

A.      Bewarende functie

A.      Uitvoerende functie

A.      Registrerende functie

A.      Controlerende functie

Antwoord indienen
Vraag 20

Een organisatie maakt gebruik van een inkoopadministratie, een crediteurenadministratie en een voorraadadministratie. Welke autorisatietabel is correct?

 




































A.



Inkoopadministratie



Crediteurenadministratie



Voorraadadministratie



Inkoper



R



M



M



Crediteurenadm.



M



R



M



Magazijnmedewerker



M



M



R



Controller



R



R



R


 




































B.



Inkoopadministratie



Crediteurenadministratie



Voorraadadministratie



Inkoper



M



R



R



Crediteurenadm.



R



M



R



Magazijnmedewerker



R



R



M



Controller



A



A



A




































C.



Inkoopadministratie



Crediteurenadministratie



Voorraadadministratie



Inkoper



M



R



R



Crediteurenadm.



R



M



R



Magazijnmedewerker



R



R



M



Controller



R



R



R




































D.



Inkoopadministratie



Crediteurenadministratie



Voorraadadministratie



Inkoper



M



R



R



Crediteurenadm.



R



M



R



Magazijnmedewerker



R



R



M



Controller



M



M



M


Antwoord indienen
Vraag 21

I.v.m. de salarisuitbetaling heeft de salarisadministrateur met betrekking tot de betaalopdracht:

A.      Een muterende bevoegdheid

A.      Een raadplegende bevoegdheid

A.      Een accorderende bevoegdheid

A.      Geen enkele bevoegdheid

Antwoord indienen
Vraag 22

I.v.m. de salarisuitbetaling heeft de financieel administrateur met betrekking tot de betaalopdracht:

A.      Een muterende bevoegdheid

A.      Een raadplegende bevoegdheid

A.      Een accorderende bevoegdheid

A.      Geen enkele bevoegdheid

Antwoord indienen