Hoofdstuk 16
Oefen hier de begrippen die aan de orde zijn gekomen in hoofdstuk 16 van je boek. Dit kun je op 2 manieren oefenen:
- Vanuit het begrip;
- Vanuit de definitie.
Een vastlegging van de administratieve organisatie in tekstuele vorm. In deze beschrijving moet helder worden wie wat doet in de organisaie en tot welke informatiestromen dit leidt en hoe die informatiestromen beheerst worden met behulp van interne beheersmaatregelen.
In deze tabel wordt vastgelegd Wie doet Wat en Hoe. Dus de functionaris wordt beschreven, vervolkgens wordt aangegeven wat de activiteit van deze functionaris is en tenslotte wordt aangegeven welke input hiervoor nodig is en welke output eruit voortvloeit.
De informatie die benodigd is om een activiteit te kunnen uitvoeren.
De registratie die voortkomt uit een activiteit.
Deze tabel geeft aan welke functionaris in welke computersystemen gegevens mag muteren of raadplegen.
Het recht om een wijziging aan te brengen in een bestand.
Het recht om te mogen kijken in een bestand.
Het recht om een wijziging/mutatie akkoord te geven zodat deze daadwerkelijk doorgevoerd wordt.
Deze matrix geeft aan welke functionaris welke controletechnische functiescheiding vervult binnen het proces.
Door het principe van controletechnische functiescheiding creeer je tegengestelde belangen in een organisatie die ervoor moeten zorgen dat informatie zo betrouwbaar mogelijk is. Er zijn 5 functies te onderscheiden:
- Beschikken
- Bewaren
- Uitvoeren
- Controleren
- Registreren
Hierin staat tot in detail weergegeven wat een functionaris moet doen bij een bepaalde activiteit. Hierin staat dus ook exact de vastleggingen in de systemen vermeld. Dit is een beheersmaatregel om tot betrouwbare informatie te komen.
Bij het visueel weergeven van een AO-beschrijving, kun je zogenaamde zwembanen tekenen. Hierbij geef je iedere functionaris een eigen baan/kolom.
Deze is gebaseerd op de WWH-methodiek. Je geeft middels een stroomschema weer hoe activeiten verlopen en wie hierbij betrokken is en wat de inputs en outputs hierbij zijn. Hetproces wordt chronologisch weergegeven van boven naar beneden.
Het in kaartbrengen van hoe verschillende functionarissen samenwerken in een proces.
Een vastlegging van de administratieve organisatie in tekstuele vorm. In deze beschrijving moet helder worden wie wat doet in de organisaie en tot welke informatiestromen dit leidt en hoe die informatiestromen beheerst worden met behulp van interne beheersmaatregelen.
In deze tabel wordt vastgelegd Wie doet Wat en Hoe. Dus de functionaris wordt beschreven, vervolkgens wordt aangegeven wat de activiteit van deze functionaris is en tenslotte wordt aangegeven welke input hiervoor nodig is en welke output eruit voortvloeit.
De informatie die benodigd is om een activiteit te kunnen uitvoeren.
De registratie die voortkomt uit een activiteit.
Deze tabel geeft aan welke functionaris in welke computersystemen gegevens mag muteren of raadplegen.
Het recht om een wijziging aan te brengen in een bestand.
Het recht om te mogen kijken in een bestand.
Het recht om een wijziging/mutatie akkoord te geven zodat deze daadwerkelijk doorgevoerd wordt.
Deze matrix geeft aan welke functionaris welke controletechnische functiescheiding vervult binnen het proces.
Door het principe van controletechnische functiescheiding creeer je tegengestelde belangen in een organisatie die ervoor moeten zorgen dat informatie zo betrouwbaar mogelijk is. Er zijn 5 functies te onderscheiden:
- Beschikken
- Bewaren
- Uitvoeren
- Controleren
- Registreren
Hierin staat tot in detail weergegeven wat een functionaris moet doen bij een bepaalde activiteit. Hierin staat dus ook exact de vastleggingen in de systemen vermeld. Dit is een beheersmaatregel om tot betrouwbare informatie te komen.
Bij het visueel weergeven van een AO-beschrijving, kun je zogenaamde zwembanen tekenen. Hierbij geef je iedere functionaris een eigen baan/kolom.
Deze is gebaseerd op de WWH-methodiek. Je geeft middels een stroomschema weer hoe activeiten verlopen en wie hierbij betrokken is en wat de inputs en outputs hierbij zijn. Hetproces wordt chronologisch weergegeven van boven naar beneden.
Het in kaartbrengen van hoe verschillende functionarissen samenwerken in een proces.
Heb je een docentcode ontvangen?

Dit kan ook later. Je vindt de docentcode in het linkermenu.