Hoofdstuk 8
Oefen hier de begrippen die aan de orde zijn gekomen in hoofdstuk 8 van je boek. Dit kun je op 2 manieren oefenen:
- Vanuit het begrip;
- Vanuit de definitie.
Ingekochte of gemaakte goederen of diensten tegen zo gunstig mogelijke condities verkopen.
Welke goederen of diensten een organisatie aanbiedt.
Organisaties die (online) samenwerken met leverancieren en eventueel klanten om nieuwe producten te ontwerpen/bedenken.
Een plan dat afgeleid is van de strategie en doelstellingen van een organisatie. Hierin staat wat de plannen zijn met betrekking tot de marketing (promoten) van goederen/diensten.
Producten die in het assortiment worden opgenomen, worden per artikel vastgelegd in de administratie.
Het geeft informatie over: artikelcode, artikelomschrijving, kostprijs, verkoopprijs, kleur(code), grootte, opslaglocatie, opslagcondities, levertijd.
Een verkoopofferte betekent een prijsopgave die een mogelijke klant opvraagt. Het is nog niet defintief en er is dus nog geen verbintenis aangegaan.
Administratief gezien maken we onderscheid in contante betaling (direct betalen) en op rekening betalen (later betalen).
Als organisatie wil je een bepaalde zekerheid hebben dat klanten de bestelde goederen of diensten ook wel kan betalen. Sommige organisaties kiezen vanwege haar assortiment ervoor om eerst de kredietwaardigheid van een klant te checken, alvorens een offerte uit te sturen.
Dit is een lijst waarop klanten staan die niet kredietwaardig zijn of in het verleden hebben laten zien niet de betaalafspraken na te komen. De klanten die op deze zwarte lijst staan, daar mag niet nogmaals zaken meegedaan worden volgens de directie.
Een controle door Bureau Krediet Registratie. In dit systeem staan personen of bedrijven met een betalingsachterstand. Je kunt middels dit systeem dus een kredietwaardigheidscheck doen om na te gaan of iemand kredietwaardig is.
Bij een verkoopcontract spreken organisatie en klant af dat de klant voor een langere periode goederen of diensten afneemt en dat dan bij iedere verkooporder de voorwaarden gelden zoals gesteld in het verkoopcontract.
Een verkooporder is een definitieve verbintenis die aangegaan wordt tussen organisatie en klant. Een verkoopofferte had nog een voorlopig karakter, dat is bij een verkooporder niet meer het geval. De verkooporder wordt vastgelegd in het verkoopbestand.
Naam-, adres- en woonplaatsgegevens van een klant. Deze wil een organisatie bij een verkooporder graag vastleggen.
In dit bestand staan alle verkooporders met daarbij aangegeven welke producten wanneer en aan wie geleverd moeten worden.
Dit zijn lijsten waarop precies staat welke goederen waar uit het magazijn gehaald moeten worden en waar deze uiteindelijk neergezet moeten worden ter verzending.
Een vrachtbrief is een uitgebreide beschrijving voor de vervoerder van de order waarin staat hoe omgegaan moet worden met de goederen tijdens de verzending.
Een pakbon wordt bij een zending gevoegd. Hierop staat precies welke goederen de order omvat (artikelnummer, artikelomschrijving, aantallen).
Facturen worden automatisch aangemaakt op basis van een bepaalde status in het verkoopbestand. Veelal worden de facturen dan ook digitaal verstuurd naar de klant.
De factuur die hoort bij de verkooporder.
Alle verkoopfacturen worden vastgelegd in dit bestand.
Klanten die goederen of diensten hebben besteld, maar nog niet hebben betaald. Zij worden opgenomen in het debiteurenbestand. Hierin wordt precies vastgelegd welke verkoopfactuur er behoort bij welke debiteur, welk bedrag, welke betalingstermijn, etc.
Bij het aangaan van een verkooporder is een betaaltermijn afgesproken met de klant. Dit is de krediettermijn.
Er wordt een match gezocht tussen de meldingen in het bankboek en de openstaande facturen.
Aanbod is het assortiment bij diensten. Ze spreken dan alleen niet van een assortiment, maar van een aanbod.
De prijs die is afgesproken voor een goed tussen organisatie en klant.
De prijs die is afgesproken voor een dienst tussen organisatie en klant.
Ingekochte of gemaakte goederen of diensten tegen zo gunstig mogelijke condities verkopen.
Welke goederen of diensten een organisatie aanbiedt.
Organisaties die (online) samenwerken met leverancieren en eventueel klanten om nieuwe producten te ontwerpen/bedenken.
Een plan dat afgeleid is van de strategie en doelstellingen van een organisatie. Hierin staat wat de plannen zijn met betrekking tot de marketing (promoten) van goederen/diensten.
Producten die in het assortiment worden opgenomen, worden per artikel vastgelegd in de administratie.
Het geeft informatie over: artikelcode, artikelomschrijving, kostprijs, verkoopprijs, kleur(code), grootte, opslaglocatie, opslagcondities, levertijd.
Een verkoopofferte betekent een prijsopgave die een mogelijke klant opvraagt. Het is nog niet defintief en er is dus nog geen verbintenis aangegaan.
Administratief gezien maken we onderscheid in contante betaling (direct betalen) en op rekening betalen (later betalen).
Als organisatie wil je een bepaalde zekerheid hebben dat klanten de bestelde goederen of diensten ook wel kan betalen. Sommige organisaties kiezen vanwege haar assortiment ervoor om eerst de kredietwaardigheid van een klant te checken, alvorens een offerte uit te sturen.
Dit is een lijst waarop klanten staan die niet kredietwaardig zijn of in het verleden hebben laten zien niet de betaalafspraken na te komen. De klanten die op deze zwarte lijst staan, daar mag niet nogmaals zaken meegedaan worden volgens de directie.
Een controle door Bureau Krediet Registratie. In dit systeem staan personen of bedrijven met een betalingsachterstand. Je kunt middels dit systeem dus een kredietwaardigheidscheck doen om na te gaan of iemand kredietwaardig is.
Bij een verkoopcontract spreken organisatie en klant af dat de klant voor een langere periode goederen of diensten afneemt en dat dan bij iedere verkooporder de voorwaarden gelden zoals gesteld in het verkoopcontract.
Een verkooporder is een definitieve verbintenis die aangegaan wordt tussen organisatie en klant. Een verkoopofferte had nog een voorlopig karakter, dat is bij een verkooporder niet meer het geval. De verkooporder wordt vastgelegd in het verkoopbestand.
Naam-, adres- en woonplaatsgegevens van een klant. Deze wil een organisatie bij een verkooporder graag vastleggen.
In dit bestand staan alle verkooporders met daarbij aangegeven welke producten wanneer en aan wie geleverd moeten worden.
Dit zijn lijsten waarop precies staat welke goederen waar uit het magazijn gehaald moeten worden en waar deze uiteindelijk neergezet moeten worden ter verzending.
Een vrachtbrief is een uitgebreide beschrijving voor de vervoerder van de order waarin staat hoe omgegaan moet worden met de goederen tijdens de verzending.
Een pakbon wordt bij een zending gevoegd. Hierop staat precies welke goederen de order omvat (artikelnummer, artikelomschrijving, aantallen).
Facturen worden automatisch aangemaakt op basis van een bepaalde status in het verkoopbestand. Veelal worden de facturen dan ook digitaal verstuurd naar de klant.
De factuur die hoort bij de verkooporder.
Alle verkoopfacturen worden vastgelegd in dit bestand.
Klanten die goederen of diensten hebben besteld, maar nog niet hebben betaald. Zij worden opgenomen in het debiteurenbestand. Hierin wordt precies vastgelegd welke verkoopfactuur er behoort bij welke debiteur, welk bedrag, welke betalingstermijn, etc.
Bij het aangaan van een verkooporder is een betaaltermijn afgesproken met de klant. Dit is de krediettermijn.
Er wordt een match gezocht tussen de meldingen in het bankboek en de openstaande facturen.
Aanbod is het assortiment bij diensten. Ze spreken dan alleen niet van een assortiment, maar van een aanbod.
De prijs die is afgesproken voor een goed tussen organisatie en klant.
De prijs die is afgesproken voor een dienst tussen organisatie en klant.
Heb je een docentcode ontvangen?

Dit kan ook later. Je vindt de docentcode in het linkermenu.