Bestudeer hoofdstuk 14 van je studieboek
Lees onderstaand artikel, en beantwoord daarna onderstaande vragen.
In bovenstaand artikel lees je over diverse oplichtingszaken. Niet van elke zaak wordt expliciet verteld hoe de fraude werd uitgevoerd, maar van andere zaken wordt dat wel duidelijk.
Geef daar waar mogelijk aan hoe de fraude werd uitgevoerd.
De quotes die de student geacht wordt te vinden zijn:
Van de eerste quote is niet duidelijk welke informatie is ingevoerd, maar de andere 2 quotes wijzen beide op exact hetzelfde probleem in de administratie, te weten nepfacturen. En het lijkt aannemelijk dat het bij de eerste quote om een vergelijkbaar probleem ging.
In welke subadministratie deden zich deze fraudes voor?
De crediteurenadministratie; het gaat immers om inkomende facturen.
Waarom vindt de auteur van dit artikel dat het extra aandacht verdiend dat er meer zaken zijn waarvan sprake was van fraude bij ambtenaren?
Ambtenaren frauderen met het geld van de overheid, en dat is geld van de gemeenschap. Dat geld is bij elkaar gebracht door alle inwoners en alle bedrijven van Nederland die belasting hebben betaald om dat ten goede te laten komen van de gemeenschap. En in die gemeenschap zijn bijvoorbeeld behoeftigen die zich alleen niet zouden redden en waar wij als welvaartstaat een vangnet voor hebben ingericht. Dat geld was daarvoor bedoeld en voor een egoïstisch opererend individu.
De auteur wil dit ethische probleem bespreekbaar maken.
Deze vorm van fraude vormt een risico voor elke organisatie. Voor elke organisatie dus de noodzaak dit controllingrisico in te perken.
Welke preventieve beheersmaatregelen zijn er om dit risico te voorkomen?
Controle technische functiescheiding gecombineerd met gedegen werkinstructies en een passende autorisatieregeling in de ICT.
Controle technische functiescheiding wil zeggen dat expliciet gemaakt moet worden:
De autorisatietabellen in de ICT moeten overeenkomstig de functiescheiding worden ingericht.
En de werkinstructies moeten in detail bespreken hoe de controles uitgevoerd moeten worden.
In de tekst over de zaak van de ex-ambtenaar van de gemeenste Winterswijk staat:
Die zaak zorgde voor geldproblemen, waarna hij ook zijn nieuwe werkgever, in Duiven, oplichtte.
Dit zie je vaak bij dergelijke fraudezaken. De persoon die fraudeert heeft vaak een -in diens ogen- tijdelijk cashflow-probleem. En ‘leent’ daarvoor tijdelijk geld van zijn werkgever. Vaak is men echt voornemens om dat geld dan later -als de liquiditeitsproblemen weer opgelost zijn- terug te storten. Men hoopt daarbij dat het terugbetalen kan zonder dat iemand gemerkt heeft dat het geld tijdelijk van eigenaar gewisseld was.
Je ziet dit gedrag bijvoorbeeld bij mensen die gokken; zij denken dat als ze even zouden kunnen beschikken over geld dat ze dat dan in zullen zetten op een verantwoorde gok en dat ze met de daarbij gemaakte winst de schuld terug zullen betalen. En dat gaat soms een tijdje goed, maar uiteindelijk is hun geluk op en kan de schuld niet afgelost worden.
Blijkbaar zat deze ambtenaar ook in een bepaalde keten van fraude vast. En toen het gat niet meer te vullen was bij de ene werkgever, dacht hij het geld maar van een andere werkgever te halen.
Het staat niet in het boek, maar weet je toevallig hoe dit risico op het doorschuiven van een liquiditeitsprobleem heet; dit vullen van het ene gat met het andere?
Sleepgevaar.
Altijd handig om te weten hoe iets heet want dan kun je gericht op zoek in de vakliteratuur naar nog meer ideeën voor beheersmaatregelen voor dit specifieke controllingissue. Niets zo praktisch als goede theorie.